De ontregeling volgens Levano |
Nadat Chaim Levano (54) me in zijn ontwapenend chaotische werkruimte verteld heeft over zijn nieuwste project, een muziekcompositie voor De ingebeelde zieke van Molière, loop ik even langs het Rijksmuseum. Ja, ze staan er nog, de vliegtuigtrap en de metershoge schilderijenlijst die hij van de zomer naast de ingang installeerde ter ontregeling van ons vaste kijkpatroon. En inderdaad, de constructie is op zijn minst onverwacht, zoals de verzinner eerder die morgen al tevreden had geconstateerd. Tot Levano's verbazing voelen sommige museumbezoekers zich er zo door aangesproken dat ze met 'vergevorderde apparatuur' hele series foto's van de installatie maken. 'Maar er zijn ook woedende commentaren van mensen die menen dat de aanblik van het Rijksmuseum er door wordt aangetast. Ikzelf vind het niet-affe van de compositie, dat ontbrekende stuk in die lijst, het aardigst.' Niet-af, quasi-bepaald door het toeval, ontregelend. Het zijn de trefwoorden waarmee Levano's dwarse ondernemingen zich het beste laten definiëren. Dingen in een ander kader plaatsen wil hij. En dat doet hij ook, althans de laatste vijftien jaar, na een min of meer reguliere carrière als hoboïst, pianist, begeleider van balletrepetities en speler in het Resistentie Orkest. Of het nu oudere tekstprojecten betreft als de Ursonate van de dadaïst Kurt Schwitters ( ‘fümms bö wö täâ zää’), de futuristische Russische opera De overwinning op de zon (joe joe joek gr gr gr), of meer recente experimenten als een onderzoek naar de Roodkapje-mythe (Levano met witkanten muts) dan wel een choreografie voor driehonderdtwintig mensen in de Beurs van Berlage, Levano kiest voor de ongewone blik. HERHALINGEN Het gaat me om het verrassingselement, om ‘het anders gebruik maken van theatrale vormen’ en dan vooral om ‘het eruit lichten’ van bepaalde aspecten. Met de installatie voor het Rijksmuseum wilde ik de losse elementen van een kijkpatroon laten zien. Voor Gesloten akkoord in de Beurs van Berlage gold hetzelfde, maar dan voor beweging. Zoiets vind ik vreselijk spannend en enerverend, ik slinger me er altijd helemaal in. Je kunt gedachtes hebben over ruimte, beweging of klanken van een taal en je kunt daar soortgelijke of andere vormen voor het theater bedenken. En zo’n vorm kun je weer toepassen voor het aandeel dat ik had voor het Moliere-project voor het Noord Nederlandse Toneel in Groningen. En dat idee was vervat in het schrijven van muziek voor het theaterstuk ‘De ingebeelde zieke’ van Moliere. Daar heb ik me overigens niet die grotere vrijheden gepermitterd die ik mijzelf wel bij de productie van ‘De overwinning op de zon’ heb gegund. Moliere’s taalgebruik leent zich trouwens veel minde voor dergelijks vrijheden dan het taalgebruik van de russische futuristen Chlebnikov en Kruchonych in de ‘De overwinning op de zon’. Daarin heb ik - met medeweten van de componist Huub Kerstens - sleutelwoorden uit de tekst gelicht. Deze kregen d.m.v. verschuivingen en langgerekte klinkerklanken meer betekenis. BANJO
|